woensdag 27 april 2016

Brandnetel pesto d'orties




-Hier heb je wat te lezen, zei mijn buurvrouw en stopte me wat tijdschriften toe.
Ze kwam nooit met lege handen, bezocht me dagelijks toen ik met mijn krukken rondpikkelde maar veel in de zetel zat te zitten, een dik half jaar terug.
De krukken heb ik al lang aan de kapstok gehangen, verhuisde en toch spaart de buurvrouw trouw de 'Primo' voor mij. Naast het oplossen van het Zweeds kruiswoordraadsel om Mr Alzheimer buitenshuis te houden - grapje want wandelen is een beter preventie - lees ik trouw de rubriek 'Kruidig leven' van Birgit Vrijsen. Het zou mijn motto kunnen zijn, maar zij was eerst. Toen ik bij haar rubriek een foto van een (bloeiende, pluk nooit bloeiende!) brandnetel zag maakte ik een vreugdesprongetje en dan dat poepsimpel gerecht, ik kon amper wachten.
Lang hoefde dat niet want het regent wel wat de laatste weken maar dat heeft zijn voordelen: brandnetels floreren bij water én je moet ze amper wassen na de -tigste plens, hagel of sneeuwbui, zo eind april. Veel heb ik er nog niet in deze nieuwe tuin maar ik koester ze, rij er met mijn grasmachine schonekes naast. Ze zijn mooi stevig en hebben een paarse gloed in de top. En ze prikken.
Met de paardenbloemblaadjes had ik meer moeite, de bloeitijd is ruim voorbij. De pluisbollen zijn uitgeblazen sinds ik mijn kleinkinderen de truc leerde. 'Ja', sprak de vierjarige ernstig met de lege steel in zijn hand, 'ze houdt van mij'.

Dit heb je nodig: brandnetels, paardenbloemblad, basilicum, olijfolie, parmezaan, look, zeezout, zwarte peper en walnoten die ik gemakshalve verving door pijnboompitten want die moest ik niet meer kraken.
Al het groen grondig reinigen, vooral het laaggrondse paardebloemblad, droogzwieren en volg dan je gevoel. Ik begin dus niet met de aanbevolen halve kop olijfolie en mix niet alles door elkaar, proef na elke mixbeurt tot het lekker genoeg is.

 En, nee, het prikt niet op de tong, enkel aan mijn vingertoppen.